Werkboek Groepsschematherapie Cluster C – Tjoa & Muste
Zoek je een praktisch, bewezen effectief werkboek waarmee je in dertig sessies patronen doorbreekt die angst, somberheid en perfectionisme blijven voeden? Het Werkboek groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen — Edith E.M.L. Tjoa, Eelco H. Muste helpt cliënten én behandelaren om doelgericht te werken met het modusmodel. Van herkenning van valkuilen tot nieuw gedrag dat echt beklijft: dit werkboek biedt concrete oefeningen, reflecties en huiswerkopdrachten die je direct kunt toepassen in de groep of individueel. In deze review ontdek je voor wie dit boek is, hoe de drie fasen van het protocol zijn opgebouwd, welke tools je in de sessies gebruikt en hoe je de resultaten borgt in het dagelijks leven. We delen voorbeelden, tips voor therapeuten en antwoorden op veelgestelde vragen, zodat je precies weet wat je in huis haalt en hoe je er het meeste uithaalt.
Klaar om te vergelijken en slim te bestellen? Bekijk de actuele aanbiedingen hieronder.
Waarom dit werkboek er nú toe doet
Cluster C-persoonlijkheidsproblematiek (vermijdend, afhankelijk, obsessief-compulsief) is wijdverbreid en gaat vaak samen met angst-, stemmings- en eetstoornissen. Standaard behandelingen helpen niet altijd blijvend, omdat die zich onvoldoende richten op dieperliggende patronen. Dit werkboek bouwt voort op schematherapie en maakt met het modusmodel gedrag en emoties snel concreet. De kracht zit in de combinatie van ervaringsgerichte oefeningen, gestructureerde sessies en huiswerk dat aansluit op echte situaties. Daardoor groeit zelfinzicht, maar vooral ook nieuw, helpend gedrag. Het resultaat: meer regie, meer compassie voor jezelf en relaties die minder door angst en perfectionisme worden gestuurd. Of je nu cliënt bent die houvast zoekt of behandelaar die een bewezen protocol wil volgen: de heldere stappen en visuele werkbladen zorgen voor overzicht en consistentie.
Bonus: de groepsdynamiek versnelt vaak het leerproces. Herkenning bij anderen normaliseert, activeert en motiveert. Zo wordt veranderen een gezamenlijke reis in plaats van een soloproject.
Tip: wie zich in schema’s en patronen wil verdiepen, vindt aanvullende achtergrond in ‘Leven in je leven’ (Young & Klosko). Lees meer: Doorbreek patronen met Young & Klosko.
Voor wie is het werkboek bedoeld?
Dit werkboek is geschreven voor cliënten met cluster C-persoonlijkheidsproblematiek én voor behandelaren in de ggz die met groepsschematherapie werken. Ook individueel is het goed inzetbaar, bijvoorbeeld als leidraad bij sessies en thuisopdrachten. Doelgroepen die vaak profiteren: mensen die hun gevoelens wegduwen of vermijden, die sterk twijfelen aan zichzelf, of die vastlopen in perfectionisme en controledrang. Voor behandelaren biedt het handvatten om de groep veilig en doelgericht te laten werken: van check-ins en psycho-educatie tot experiëntiële oefeningen en evaluaties.
Het werkboek past in verschillende settingen: basis-ggz, sggz, deeltijdprogramma’s en nazorg. Het sluit aan bij multidisciplinaire teams en is praktisch te combineren met farmacotherapie of andere psychologische interventies. Dankzij de heldere opbouw kunnen cliënten na afloop doorwerken aan hun doelen, zodat de behaalde winst duurzaam wordt.
Belangrijk: motivatie en stabiliteit zijn inclusiecriteria. Het boek geeft duidelijke richtlijnen voor wie wel/niet profiteert en hoe je maatwerk biedt als er comorbiditeit speelt.
De opbouw: 30 sessies in drie fasen
Fase 1: Bewustwording van modi
In de startfase leren cliënten hun ‘modi’ herkennen: denk aan de angstige of kwetsbare kindmodus, de veeleisende of bestraffende oudermodus, en de bekende cluster C-copingmodi zoals de vermijder, pleaser of perfectionist. Via psycho-educatie en invuloefeningen worden thema’s als triggers, gedachten en gedragingen zichtbaar. Het doel is taal en overzicht creëren: wat gebeurt er, wanneer, en wat is het effect op je leven?
Fase 2: Beïnvloeden en begrenzen
Vervolgens leren cliënten hun gezonde volwassene-modus versterken. Oefeningen richten zich op het milder maken van de innerlijke criticus, het oefenen van grenzentrekken en het stap voor stap aangaan van vermeden situaties. Denk aan gedragsexperimenten, imaginaire rescripting en rollenspellen die direct toepasbaar zijn in relaties, studie of werk.
Fase 3: Verankeren in het dagelijks leven
De laatste fase draait om het borgen van vaardigheden. Cliënten kiezen passend huiswerk, formuleren terugvalpreventie en maken een persoonlijk ‘modi-actieplan’ dat ook na de behandeling houvast biedt. De groep reflecteert op successen en lastige momenten, zodat iedereen met realistische verwachtingen en concrete stappen verder kan.
Elke sessie heeft een vaste structuur: terugblik, kernonderwerp, ervaringsgerichte oefening, huiswerk en afronding. Dat zorgt voor veiligheid én vooruitgang.
Het modusmodel uitgelegd voor cluster C
Modi zijn ‘momentopnames’ van schema’s, emoties en reacties. Bij cluster C zie je vaak: een sterke bestraffende/veeleisende oudermodus, een kwetsbaar/angstig kind, en copingmodi die vermijden, pleasen of controleren. Het werkboek helpt deze delen te herkennen zonder oordeel. Dat is essentieel: je kunt pas veranderen wat je vriendelijk, specifiek en herhaalbaar waarneemt.
Veelvoorkomende patronen
- Vermijding: uitstellen, afzeggen, sociaal terugtrekken om spanning te dempen.
- Overcontrole/perfectionisme: alles ‘moet’ kloppen; fouten betekenen gevaar of afwijzing.
- Toegeeflijkheid/pleasen: eigen behoeften onderdrukken om harmonie te bewaren.
De kerninterventie is het versterken van de gezonde volwassene: realistische maatstaven, compassie, begrenzen van de criticus en stapjes zetten richting belangrijke waarden. De groep fungeert als oefenplaats: feedback, steun en humor maken het lichter om nieuwe keuzes te proberen.
Extra leestip rond zelfbeeld en mildheid: Negatief zelfbeeld aanpakken.
Praktische oefeningen: zo ziet het werk eruit
1) Modi-dagboek
Cliënten noteren situaties, gedachten, gevoelens, lichamelijke signalen, gedrag en gevolg. Ze labelen de actieve modus en schrijven wat de gezonde volwassene had kunnen doen. Dit vergroot keuzevrijheid en voorkomt automatische piloot.
2) Imaginaire rescripting
Met gesloten ogen herbeleef je een lastige herinnering, maar nu met steun van een veilige volwassene die ingrijpt, troost en grenzen stelt. Zo herschrijf je de emotionele lading en ontstaat rust en waardigheid.
3) Rollenspellen en gedragsproeven
Je oefent lastige gesprekken (bijv. ‘nee’ zeggen) en plant mini-experimenten: één realistische stap buiten je comfortzone. Daarna evalueer je effect en leerpunten. Succes wordt bewust gevierd om nieuwe paden te verstevigen.
4) Zelfcompassie- en waardegerichte opdrachten
Korte schrijf- en aandachtsoefeningen helpen de innerlijke maatstaf te versoepelen. Wat is goed genoeg? Welke waarden wil je dienen als het spannend wordt? Formuleer mini-gedragingen die daarbij passen.
5) Terugvalpreventieplan
Je maakt een persoonlijk plan met vroege signalen, helpende gedachten, steunbronnen en concrete ‘doe-stappen’. Zo wordt terugval een signaal om te zorgen in plaats van te straffen.
Het werkboek biedt werkbladen en checklists, zodat je altijd weet wat je wanneer doet. Dit maakt het geschikt voor zowel beginnende als ervaren teams.
Tips voor behandelaren: van opstart tot afronding
Veiligheid en kader
Start met heldere afspraken: aanwezigheid, huiswerk, spreekruimte en feedbackregels. Begin elke sessie met een korte check-in en eindig met een rondje ‘wat neem je mee?’. Transparantie en voorspelbaarheid zijn essentieel voor cluster C.
Groepsdynamiek benutten
Stimuleer interactie: laat deelnemers elkaars successen benoemen en help patronen in het hier-en-nu te herkennen (‘Wat gebeurt er tussen ons als jij je inhoudt?’). Houd tempo én mildheid vast; normaliseer terugval als leerpunt.
Maatwerk bij comorbiditeit
Check energie, slaap, middelengebruik en risico’s. Integreer waar nodig stabiliserende interventies en stem met het team af. Het werkboek geeft duidelijke handvatten om te doseren zonder de lijn te verliezen.
Als je hybride werkt of aanvullend digitaal huiswerk aanbiedt, overweeg duidelijke, beknopte opdrachten per week. Eenduidigheid voorkomt vermijding door keuzestress.
Resultaten en wat de wetenschap laat zien
De beschreven groepsschematherapie is in Nederland in diverse instellingen onderzocht. De eerste uitkomsten laten een lage uitval zien en een positieve trend op persoonlijkheidsproblematiek, ondanks de hardnekkigheid van klachten. In de praktijk valt op dat cliënten sneller taal krijgen voor innerlijke processen en eerder kleine, haalbare stappen durven zetten. Belangrijk is de ervaringsgerichte aanpak: niet alleen praten, maar doen, voelen en oefenen in een veilige setting.
Klinisch gezien zie je vaak progressie op zelfwaardering, sociale participatie en emotieregulatie. Terugvalmomenten worden minder catastrofaal beleefd en resulteren vaker in herstelgedrag. Dat is precies de bedoeling: niet perfect functioneren, maar flexibel kunnen bijsturen.
Behandelaren rapporteren dat het protocol structuur en houvast biedt, terwijl er ruimte blijft voor therapeutische creativiteit binnen de sessiethema’s.
Van groep naar dagelijks leven: borgen wat werkt
Verandering beklijft als je het in je weekritme weeft. Plan vaste micro-rituelen: een 5-minuten modi-scan, een wekelijks bemoedigingsbriefje aan jezelf, en één waarde-gedragsstap die je hoe dan ook zet. Betrek één steunfiguur (vriend, partner, collega) die je plan kent en mild terugkoppelt. Gebruik visuele reminders (telefoonachtergrond, kaartje in je portemonnee) met jouw kernzin, zoals: ‘Goed genoeg is echt genoeg’ of ‘Vandaag kies ik één moedige stap’.
De gezonde volwassene bouw je net als een spier: kort, vaak en vriendelijk trainen. De groep geeft de aftrap; jij zorgt voor het onderhoud.
Praktische info en aanschafadvies
Het werkboek is een Nederlandstalige paperback en sluit aan op de handleiding voor therapeuten. Het is inzetbaar in trajecten van circa dertig sessies, met duidelijke thema’s per sessie en bijpassende oefeningen. Ben je lezer die daarnaast digitale alternatieven verkent of studiemateriaal wil bundelen op een e-reader? Overweeg dan je leesapparaat te optimaliseren, maar bedenk dat dit werkboek vaak actief schrijven en invullen vraagt op papier.
Wil je naast dit werkboek je bibliotheek uitbreiden met aanpalende titels (bijv. EFT voor hechting of zelfbeeldverbetering), combineer dan je aankoopmomenten om te profiteren van bundelvoordeel en verzendkosten. Oriënteer je ook op levertijden; sommige aanbieders leveren al de volgende dag.
Ben je een startend team in de ggz? Begin met een pilotgroep, evalueer na elke cyclus en verfijn je lokaal protocol. Zo borg je kwaliteit en draagvlak.
Het Werkboek groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen — Edith E.M.L. Tjoa, Eelco H. Muste biedt precies wat cliënten en behandelaren nodig hebben: duidelijke structuur, ervaringsgerichte oefeningen en tools om verandering vast te houden. Of je nu start of verdiept: dit werkboek maakt het verschil in dagelijks functioneren. Klaar om te beginnen? Vergelijk prijzen, kies je aanbieder en voeg het werkboek vandaag nog toe aan je behandelarsenaal.
Voor wie is het Werkboek groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen — Edith E.M.L. Tjoa, Eelco H. Muste geschikt?
Het werkboek is bedoeld voor cliënten met cluster C-problematiek (vermijdend, afhankelijk, obsessief-compulsief) en voor behandelaren die met groepsschematherapie werken. Het is ook bruikbaar in individuele trajecten, deeltijd of nazorg. Belangrijk zijn motivatie, basisstabiliteit en bereidheid om thuis te oefenen met het modusmodel en concrete gedragsstappen.
Wat maakt dit werkboek anders dan algemene zelfhulpboeken?
Het werkboek is onderdeel van een gestructureerd, wetenschappelijk onderbouwd protocol met dertig sessies. Het combineert psycho-educatie, ervaringsgerichte oefeningen, rollenspellen en huiswerk. De groepsdynamiek versnelt herkenning en motivatie. In plaats van alleen inzicht, ontwikkel je aantoonbaar nieuw gedrag met terugvalpreventie en een persoonlijk actieplan.
Werkt het ook bij comorbide angst of depressie?
Ja, juist cluster C gaat vaak samen met angst- en stemmingsklachten. Het werkboek richt zich op de onderliggende patronen (modi) die deze klachten in stand houden. Behandelaren kunnen het protocol combineren met stabiliserende interventies. In de praktijk zien we verbeteringen in zelfbeeld, emotieregulatie en participatie, ook bij comorbiditeit.
Kan ik het werkboek alleen gebruiken, zonder groep of therapeut?
Je kunt veel oefeningen individueel doen, maar de grootste meerwaarde ontstaat in een behandelcontext door feedback, veiligheid en dosering. Werk je solo, zorg dan voor kleine stappen, vaste evaluatiemomenten en een steunfiguur. Overweeg later instroom in een groep om je gezonde volwassene verder te versterken.
Hoe snel merk je resultaat met dit werkboek?
Vaak ontstaat in de eerste weken al meer taal en overzicht: je herkent je modi en triggers. In fase twee zie je gedragsverandering en milder zelfcontact. Duurzame winst vraagt herhaling: kort, vaak en vriendelijk oefenen. Het terugvalpreventieplan uit het werkboek helpt om winst te borgen en sneller bij te sturen.


